Pedagogisch werkplan

Welkom

Welkom bij Gastouderopvang ’t Konijntje. Wees welkom in mijn huis, waar ik al jaren met veel liefde en plezier een tweede thuis probeer te creëren voor mijn gastkindjes. 

Ik ben Tineke Kaspersma, getrouwd met Robert en moeder van 3 kinderen. Ik werk al ruim 15 jaar als gastouder. In die 15 jaar heb ik de gastouderopvang zien veranderen van een ‘ik-doe-het-er-even-bij-voor-de-leuk’-mentaliteit naar een professionele vorm van kinderopvang, waarbij er veel meer aandacht is gekomen voor de ontwikkeling van het kind en de scholing van de gastouder. Een ontwikkeling die ik van harte toejuich, want als gastouder draag je bij aan de zorg, ontwikkeling en opvoeding van een jong kind. En wat is er nu mooier dan een kind te zien opgroeien van hulpeloze baby tot zelfstandige kleuter. 

In mijn tienerjaren heb ik jaren opgepast bij diverse gezinnen en ook heb ik, toen ik een jaar door Australië reisde, een aantal maanden gewerkt als au-pair. Nadat ik in 2006 voor het eerst moeder werd en besloot fulltime thuis te blijven om voor mijn zoontje te zorgen was dat een mooie kans voor mij om aan de slag te gaan als gastouder. 

De afgelopen jaren ben ik als gastouder gegroeid en steeds professioneler geworden. Naast mijn MBO-diploma Helpende Zorg en Welzijn, diploma BabywijsPlus en diploma KIKI ontwikkelingsstimulering voor elk kind, ben ik in het bezit van een EHBO-diploma en volg ik jaarlijks een aantal cursussen en workshops om mijn kennis over de ontwikkeling van het kind te vergroten. Daarnaast ben ik in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en is mijn huis, tuin en opvang goedgekeurd door de GGD. Ook komt het gastouderbureau 1 keer per jaar een Risico-Inventarisatie en Evaluatie invullen, waarbij zij kijken of mijn opvang veilig en geschikt is als gastouderopvang-locatie.

Eén van de belangrijkste doelen voor mij als gastouder is dat een kind zich veilig en vertrouwd voelt in de opvang. Door te spelen, te praten, te zingen, te knuffelen, de wereld binnen en buiten te ontdekken, te knutselen etc. probeer ik dit vertrouwde en veilige gevoel voor een kind te bereiken. Dit kan ik echter niet alleen. Samen met jou als ouder kunnen wij zorgen voor deze veilige en vertrouwde omgeving, waar we tegen elkaar kunnen zeggen dat het goed gaat. Ook als het even wat minder gaat bespreken we, zodat je jouw kind met een gerust hart bij mij in de opvang achterlaat.

Waarom een pedagogisch werkplan?

In de Wet Kinderopvang staat als eis gesteld dat het gastouderbureau minimaal één keer per jaar het pedagogisch beleid met de gastouder bespreekt. In het pedagogisch beleid van het gastouderbureau staat de visie van het gastouderbureau beschreven, gebaseerd op de 4 basisdoelen uit de wet, namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke ontwikkeling, sociale ontwikkeling en de overdracht van normen en waarden. 

Maar hoe zie ik het welzijn van het kind? Wat vind ik als gastouder belangrijk voor een kind? 

Over bovenstaande vragen zegt de Wet Kinderopvang dat de gastouderopvang moet bijdragen aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving.

Als gastouder werkte ik vaak onbewust al met de 4 basisdoelen, maar omdat iedere opvangsituatie anders is heb ik een pedagogisch werkplan geschreven waarin ik het pedagogisch beleid van het gastouderbureau vertaal naar mijn eigen pedagogisch handelen. Hoe zorg ik voor de emotionele veiligheid van het gastkind? Welke normen en waarden wil ik overdragen? En hoe zorg ik er voor dat de sociale en persoonlijke ontwikkeling in de opvang goed verloopt? En op welke manier breng ik de ontwikkelingen van alle gastkinderen in kaart? Dat kun je allemaal teruglezen in het pedagogisch werkplan.

Emotionele Veiligheid

Wat is eigenlijk precies die emotionele veiligheid waar ik het al een paar keer over heb gehad? Eigenlijk is dat niets anders dan dat jouw kind zich veilig en vertrouwd voelt in de omgeving waar hij/zij is met de mensen die er op dat moment zijn. Als een kind zich emotioneel veilig voelt dan zorgt dit niet alleen voor een gelukkig kind, maar het is ook een belangrijke voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van het kind. 

Zoals eerder geschreven is één van mijn belangrijkste doelen dat een kind zich emotioneel veilig en vertrouwd voelt in de opvang. Dat klinkt heel mooi, maar hoe ga ik er in de praktijk voor zorgen dat jouw kind zich emotioneel veilig voelt in de opvang?

De interactie tussen jouw kind en mij

De eerste kennismaking tussen jouw kind en mij als gastouder is voor iedereen altijd een beetje spannend. Jouw kind komt in een vreemde omgeving terecht zonder mama en/of papa met andere kinderen en een andere volwassene. Alles wat vertrouwd is voor jouw kind is er dan niet meer. Sommige kinderen hebben hier geen moeite mee en gaan lekker spelen en de omgeving ontdekken. Andere kinderen zoeken de veiligheid en vertrouwdheid in bijvoorbeeld hun knuffel/speen of bij mij als gastouder. Als gastouder observeer ik jouw kind en zal ik inspelen op zijn/haar behoefte van emotionele veiligheid. Bij kinderen die lekker aan het spelen en ontdekken zijn zal ik veel tegen ze praten en bij ze op de grond gaan zitten om met ze te spelen. Op deze manier kan jouw kind doen wat hij/zij leuk vindt en tegelijkertijd wennen aan de nieuwe omgeving en mij als gastouder. 

Bij kinderen die de opvang wat spannend vinden zal ik ze of op schoot nemen of met ze op de vloer gaan zitten om samen de nieuwe omgeving te ontdekken. Door middel van veel praten, samen spelen, troosten en natuurlijk knuffelen laat ik jouw kind veilig wennen. 

Voor kinderen die al langere tijd gebruik maken van de opvang vind ik het belangrijk dat zij zich gewaardeerd en gezien voelen. Dit probeer te bereiken door de kinderen goed te observeren om te kijken wat hun behoeften zijn en daarop in te blijven spelen. Wij hebben bijvoorbeeld iedere dag meerdere één op één gesprekjes (ook met baby’s en dreumesen heb ik deze gesprekjes), knuffelmomenten, ik geef graag complimenten of wij spelen samen.

Daarnaast vind ik het belangrijk dat jouw kind zich gezien voelt bij het binnenkomen en afscheid nemen. De overdracht is dan ook in de overloop, waar voldoende ruimte is om als gastouder en ouder even met elkaar te spreken en ik de kinderen een warm welkom of afscheid kan geven. Ook creëer ik op deze manier tijd en ruimte voor de kinderen om hun verhaal aan jou als ouder te vertellen. 

In de groep

Bij het aannemen van nieuwe kinderen hou ik rekening met de groepssamenstelling. Kinderen die maar kort komen of flexibel komen hebben meer moeite om hun eigen plekje binnen de groep te vinden dan kinderen die vaker of langer komen. Om de emotionele veiligheid van alle kinderen in de groep te waarborgen zal ik in de regel geen opvang bieden aan kinderen die minder dan 12 uur per week verdeeld over maximaal 2 dagen komen. 

In de groep mag elk kind zichzelf zijn en is er aandacht voor alle kinderen. Er is ruimte voor het tonen van de emoties van kinderen. Regelmatig hebben wij gesprekjes in de groep, waarin wij de emoties van elkaar benoemen. Op deze manier leren kinderen over emoties en dat deze er mogen zijn. Ook negatieve emoties, zoals boos of verdrietig zijn, bespreken we in de groep, zeker als deze emoties zijn ontstaan in groepsverband. Doordat kinderen hun emoties op deze manier kunnen en mogen tonen, zullen zij zich op hun gemak voelen binnen de groep. Dit vergroot hun emotionele veiligheid in groepsverband. 

In de binnen- en buitenruimte

In de opvang weten de kinderen op welke plekken zij kunnen en mogen spelen. 

In mijn huiskamer werk ik met kleden, waarbij ik diverse hoeken naboots (denk aan een huishoek, bouwhoek, leeshoek, babyhoek etc). Daarnaast  werk ik met de sensorytafel, de grote tafel en de box. Op de sensorytafel kunnen de kinderen spelen met de materialen die passen bij het thema, wat ik op dat moment aanbied. Het knutselen doen wij vaak aan de grote tafel. Voor de allerkleinsten heb ik een box, maar ook liggen zij regelmatig op een kleed tussen de andere kinderen. In het begin zal ik er dan naast zitten voor de emotionele veiligheid en als de baby door middel van non-verbale signalen aangeeft dat het zich veilig voelt, dan zal ik steeds iets meer afstand nemen, zodat de baby op zijn/haar eigen manier de wereld om hem/haar heen verder kan ontdekken. 

Soms zijn er momenten dat jouw kind geen zin heeft om te spelen, bijvoorbeeld doordat het verdrietig is, of boos, of zich niet helemaal lekker voelt. Op deze momenten is het belangrijk dat jouw kind zich ook veilig voelt en hij/zij kan zich dan terugtrekken naast de bank of bij mij op schoot of naast mij. Dit hangt geheel af van de behoefte van jouw kind op dat moment. 

Buiten is er een hele fijne ruimte voor de kinderen om te spelen. De kinderen weten in welke gedeeltes van de tuin zij mogen spelen en welke niet. 

Elk kind dat slaapt tijdens de opvang heeft zijn eigen slaapplekje in de opvang met zijn/haar eigen beddengoed en eventueel een speen/knuffel, mocht jouw kind daar behoefte aan hebben. 

Het activiteitenaanbod

Binnen de opvang werk ik met een vast dagritme (zie bijlage), dagritmekaarten en met thema’s. Dit biedt de kinderen houvast. Zij weten wat er gaat gebeuren en kunnen hier op anticiperen. Met de dagplanning hou ik rekening met welke kinderen die dag aanwezig zijn, waar hun interesses liggen en stem ik daar de planning op af. Onverwachte wijzigingen in de planning bespreek ik altijd met de kinderen, zodat zij weten waarom het die dag of dat moment anders gaat dan zij gewend zijn. Om mij bij het dagritme en de thema’s te ondersteunen gebruik ik beer KIKI. 

Alle activiteiten, die ik aanbied worden afgestemd op de leeftijd, interesses en de ontwikkeling van de kinderen. Ik kijk vooral waar de interesses liggen en hoe de ontwikkeling van de kinderen is. Als voorbeeld: een dreumes die al heel goed de houten puzzels met nopjes kan maken, zal ik een gewone puzzel van 4, 6 of meer stukjes aanbieden en een peuter die nog moeite heeft met de houten puzzels met nopjes zal ik daarbij ondersteunen, zodat hij/zij op een natuurlijke manier de overstap naar de gewone puzzels kan maken. 

Tijdens de opvang zorg ik voor veel afwisseling van individueel spel en samenspel. Hierdoor leren de kinderen elkaar en mij goed kennen en ik leer de kinderen goed kennen. Ook geeft dit mij een kans om het groepsproces, maar ook de individuele ontwikkeling van kinderen te begeleiden en in kaart te brengen en kan ik beter inspelen op de behoeftes van de groep en van alle kinderen in de groep. 

Moeilijkere activiteiten voor oudere kinderen doe ik vaak als de jongere kinderen slapen of als hele jonge kinderen in de box, kinderstoel of het wippertje zitten/liggen. Op deze manier kan ik ruime aandacht geven aan de oudere kinderen. 

Overgangsmomenten in de opvang (je kunt hierbij denken aan opruimen, naar bed gaan, jas aantrekken om naar buiten te gaan etc.) zijn voor ons volwassenen vaak een kort moment tussen twee activiteiten in, maar kinderen ervaren deze momenten als volwaardige activiteit. Om de overgangsmomenten soepel te laten verlopen gebruik ik vaak liedjes of andere rituelen om deze overgangsmomenten aan te kondigen. Dit maakt het voor de kinderen zeer herkenbaar en hierdoor zullen de overgangsmomenten soepel verlopen.

Het spelmateriaal

Spelen en ontdekken is leren en door te leren zullen kinderen groeien. Om tot spelen en ontdekken te komen in de opvang is er allerlei verschillend materiaal aanwezig. Van Lego/Duplo/Playmobil/poppen/auto’s tot knutselspullen en open-end speelgoed (speelgoed dat er niet specifiek als speelgoed uit ziet, maar vooral bedoeld is om de fantasie van kinderen te prikkelen). Het speelgoed is gesorteerd in diverse dozen en tijdens de opvangdagen kiezen de kinderen en/of ik één of twee dozen uit, waarmee die dag gespeeld wordt. Het is voor alle kinderen dan duidelijk wie welk materiaal mag en kan gebruiken. Bij het kiezen van de doos/dozen hou ik natuurlijk rekening met de groepssamenstelling en de interesses van de kinderen. Ook zorg ik er voor dat niet steeds dezelfde dozen worden gekozen, waardoor het speelgoed nieuw en uitdagend blijft.

De wat oudere kinderen (4+) mogen zelfstandig materiaal pakken uit de knutselkast en daar mee aan de grote tafel spelen/knutselen. 

Ook voor buiten is er heel veel verschillend speelgoed aanwezig. Van loopauto’s tot schepjes en emmertjes. De kinderen weten welk speelgoed zij mogen gebruiken en waar zij dit mogen gebruiken. 

Met de baby’s speel ik regelmatig. Dit begint op schoot met bijvoorbeeld spiegelen (de gezichtsuitdrukking of geluidjes van de baby nadoen), kiekeboe spelen, liedjes zingen, boekjes lezen etc. en later gaan we verder op de grond op het kleed of in het wippertje. Door mijn nabijheid voelt een baby zich veilig en kan ik hem/haar ondersteunen bij zijn/haar ontdekkingstocht in de wereld. Dit spelen doe ik zowel binnen als buiten.

Persoonlijke ontwikkeling

Als gastouder vind ik het heel belangrijk dat een kind, kind mag zijn en zich op zijn/haar tempo mag en kan ontwikkelen. Ieder kind is namelijk uniek in zijn/haar persoonlijke ontwikkeling. De een is heel snel met de motorische ontwikkeling (vroeg rollen, tijgeren, kruipen en lopen), terwijl het andere kind weer veel sneller is met de taalontwikkeling. 

Het is wel erg belangrijk dat jouw kind op alle gebieden gestimuleerd wordt om tot zijn/haar persoonlijke ontwikkeling te komen, want bijna alle kinderen houden er van om te spelen met speelmateriaal dat ze kennen en activiteiten te doen die ze al vaker gedaan hebben. Jouw kind zit dan in zijn/haar comfortzone. In deze zone voelen ze zich comfortabel en veilig, maar in deze zone zal jouw kind zich weinig toch niet ontwikkelen. Om zich verder te kunnen ontwikkelen is het van belang dat jouw kind in de zone van de naaste ontwikkeling komt. In deze zone bied ik activiteiten en speelmateriaal aan dat net iets moeilijker is dan dat jouw kind gewend is, maar met ondersteuning van mij kan jouw kind de activiteit toch uitvoeren of het speelmateriaal gebruiken. Op deze manier wordt jouw kind uitgedaagd om te leren en zich verder te ontwikkelen. Dit klinkt allemaal heel leuk en interessant, maar hoe ga ik in mijn opvang nou te werk om de persoonlijke ontwikkeling van jouw kind te stimuleren?

De interactie tussen jouw kind en mij

Een van de ontwikkelingen van kinderen die ik erg mooi vind om mee te mogen maken is het opgroeien van jouw kind van hulpeloze baby naar een zelfstandige kleuter en schoolkind. In de opvang ondersteun ik jouw kind hierin door uitdagende activiteiten en spelmateriaal aan te bieden, te stimuleren met woorden, door het voor te doen en daarna jouw kind aan te moedigen om het zelf te proberen. Het doel van mijn ondersteuning is er voor te zorgen dat jouw kind het uiteindelijk zelf kan doen. Voor een kind is er namelijk niets zo goed voor het zelfvertrouwen dan te merken dat hij/zij het zelf kan doen. Om hulp vragen mag natuurlijk altijd als het niet lukt of als jouw kind nog onzeker over iets is. 

Bij de persoonlijke ontwikkeling van jouw kind geef ik heel vaak complimenten. Als jouw kind iets nieuws doet, speelgoed deelt, een ander kind helpt of iets anders doet, dan beloon ik jouw kind met een compliment, knuffel, duim omhoog, aai over de bol of high five, omdat ik trots op hem/haar ben. Ik benoem ook waarom ze het compliment krijgen. Het geven van complimenten heeft een positieve uitwerking op kinderen. Vaak stralen ze dan helemaal.  

In de opvang werk ik met het kind-volgsysteem van Kiki. Geregeld observeer ik alle kinderen individueel en hou ik de ontwikkelingen en belangrijke gebeurtenissen van jouw kind (in zowel de opvang als thuis) bij in het kind-volgsysteem. Zo krijg ik een duidelijk beeld van de ontwikkeling van jouw kind, waar jouw kind goed in is en waar ik het nog iets meer in moet ondersteunen. Wanneer ik mij zorgen maak over de ontwikkeling van jouw kind dan zal ik dit met jou bespreken en eventueel de expertise van het gastouderbureau inschakelen als dit nodig mocht zijn. 

In de groep

Spelen in groepsverband is een uitermate goede manier om de persoonlijke ontwikkeling te vergroten. Kinderen kijken naar elkaar en zien van elkaar wat zij allemaal al kunnen. Het zet de kinderen aan om hetgeen ze gezien hebben ook zelf te proberen. Een dreumes zal bijvoorbeeld kijken naar de peuter, die met een auto aan het spelen is en dit proberen na te doen, maar ook leeftijdsgenoten onderling zullen van elkaar leren doordat iedereen zich op een andere manier ontwikkelt. 

In de binnen- en buitenruimte

In de opvang is zowel binnen als buiten voldoende ruimte voor de kinderen om hun grove en fijne motoriek te ontwikkelen. Er is binnen ruimte om te leren rollen, kruipen, lopen, springen en dansen, terwijl er buiten ook nog voldoende ruimte is om te rennen, hinkelen en klimmen.  

Ook baby’s hebben de ruimte om zich te ontwikkelen en worden al heel snel bij de groepsactiviteiten betrokken. Eerst op schoot of in het wippertje en later liggend of zittend op het kleed op de grond. Ook buiten is er voldoende ruimte voor de baby om zich te ontwikkelen op een kleed in het gras of in de buitenspeelruimte. 

Het activiteitenaanbod

Het aanbieden van gevarieerde activiteiten is een van de belangrijkste voorwaarden om jouw kind te ondersteunen in zijn/haar persoonlijke ontwikkeling. Gedurende de dag doen wij talloze activiteiten om de grove en fijne motoriek te ontwikkelen. We spelen binnen en buiten met allerlei verschillend speelgoed van loopauto’s en glijbanen tot kleuren met kleurpotloden, verven en bouwen met Duplo of Lego.

Ook werken we elke dag aan de sociale en emotionele ontwikkeling (zie emotionele en sociale ontwikkeling hierboven en hieronder). 

De cognitieve ontwikkeling (= de verstandelijke ontwikkeling) wordt gestimuleerd door de kinderen te laten experimenteren, onderzoeken en doen. Bouw die hoge toren met blokken maar en zie wat er gebeurt. Of klim maar omhoog op die omgevallen boom, dat kun je vast wel. Op deze manier leert jouw kind oorzaak en gevolg (een te hoge, onstabiele toren van blokken zal omvallen en je kunt met een beetje hulp al op een omgevallen boom klimmen, of juist nog net niet en moet je nog een beetje oefenen)

De spraak- en taalontwikkeling stimuleer ik door heel veel tegen en met de kinderen te praten, dingen te benoemen, heel veel uitleg geven en doordat we met elkaar liedjes zingen en boekjes voorlezen. 

Het spelmateriaal

Er is voor iedere leeftijd ruim voldoende speelmateriaal aanwezig. Iedere dag worden er één of twee nieuwe speelgoed dozen gepakt, waardoor de kinderen kunnen blijven werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Ook gaan wij iedere dag naar buiten (In heel uitzonderlijke gevallen soms niet) om daar allerlei dingen te doen en de omgeving te verkennen. 

Bij het aanbieden van het speelgoed kijk ik naar waar elk kind op dat moment zit qua ontwikkeling en hoe ik ze extra kan stimuleren om iets nieuws te leren en te komen in de zone van de naaste ontwikkeling. Ook kijk ik naar de groepssamenstelling en de interesses van de aanwezige kinderen. 

Sociale ontwikkeling

Het derde basisdoel uit de Wet Kinderopvang gaat over de sociale ontwikkeling. Hoe zorg ik er voor dat jouw kind een goede sociale ontwikkeling in mijn opvang kan maken? Ging het bij de emotionele veiligheid van jouw kind vooral over het omgaan van jouw kind met zijn/haar eigen emoties, gaat het bij de sociale ontwikkeling van jouw kind vooral over de  interactie van jouw kind en zijn/haar omgeving. Hoe zorg ik er binnen de opvang voor dat jouw kind leert begrip te hebben voor andere kinderen en volwassenen, hun emoties, alle omgangsnormen en relaties tussen mensen leert (her)kennen en hiermee leert omgaan? 

De interactie tussen jouw kind en mij

Kinderen leren door te kijken naar hun omgeving. Ze kijken, bestuderen en doen hetgeen ze gezien hebben dan na. Als gastouder ben ik mij er zeer goed van bewust dat ik een voorbeeldfunctie heb. Dat begint al heel klein met bijvoorbeeld “Dank je wel” en “Alsjeblieft” zeggen en groeit, naarmate kinderen groter worden, naar elkaar helpen of iets met elkaar delen. Ik begeleid de kinderen op een positieve manier met complimenten bij positieve interacties van de kinderen onderling. Daarnaast kijk en luister ik goed naar de signalen die kinderen verbaal en non-verbaal geven en reageer ik daar in de regel vriendelijk en met geduld op. Ook praat ik op ooghoogte met de kinderen en niet tegen de kinderen, tenzij ik instructies geef.

Soms hebben kinderen moeite met contact leggen met andere kinderen. Deze kinderen ondersteun ik door bijvoorbeeld samen een activiteit te ondernemen met één of meerdere kinderen. Tijdens deze activiteit hebben we gezellige gesprekjes met elkaar en als ik merk dat de interactie tussen de kinderen goed gaat dan zal ik mij terugtrekken uit de activiteit. 

Het komt natuurlijk wel eens voor dat jouw kind zich niet aan de regels houdt. In zo’n geval zal ik jouw kind eerst vertellen welk gedrag ik zie en welk gedrag ik verwacht (waarbij ik natuurlijk rekening hou met de leeftijd van jouw kind). Mocht het gedrag niet aangepast worden dan haal ik jouw kind uit de situatie en hebben wij een klein gesprekje met elkaar. Dit is meestal voldoende om het gewenste gedrag te bereiken. Op deze manier leert jouw kind op een veilige manier welke regels er binnen de opvang gelden en dat deze regels soms net iets anders kunnen zijn dan thuis of bij bijvoorbeeld opa en oma. 

In de groep

Spelen in groepsverband is een hele goede manier om de sociale ontwikkeling te vormen en te oefenen. Samen buiten spelen, een mooie treinbaan in elkaar zetten, naast elkaar op het kleed zitten en met je eigen speelgoed bezig zijn, terwijl je ondertussen praat tegen je vriendje/vriendinnetje. Dit zijn allemaal momenten dan kinderen ongemerkt werken aan hun sociale interactie. Wat is er nu mooier om te zien dat als het ene kind de rails van de treinbaan niet goed in elkaar krijgt en om hulp vraagt bij het andere kind. Of ze bespreken samen hoe hun Duplo-bouwwerk er uit moet komen te zien? Of dat ze moeten wachten als ze samen met de autobaan willen spelen? Zelfs tijdens de overgangsmomenten zijn kinderen bezig met sociale interactie. De kinderen helpen elkaar bijvoorbeeld bij het dichtdoen van de jas of het openmaken van de speelgoeddoos. Ook worden alle leeftijden betrokken bij de activiteiten/de dagelijkse dingen, zoals verschoningsmomenten (luier en doekjes aangeven, praten met de baby als deze verschoond wordt etc.), opruimen (met z’n allen, ook al heb jij er misschien niet mee gespeeld) Op deze manier leren de kinderen rekening met elkaar te houden, op hun beurt te wachten, elkaar te waarderen en bouwen zo zelfvertrouwen op.

Bij conflicten observeer ik eerst hoe de kinderen dit zelf op proberen te lossen. Lukt het ze niet, dan help ik hier bij. We bespreken wat er is gebeurd, ik benoem de emoties van alle betrokken kinderen en we zoeken met z’n allen naar een oplossing. Soms lossen we het op door eerst het ene kind en dan het andere kind met het speelgoed te laten spelen en soms is er een extra stuk speelgoed beschikbaar, waardoor de kinderen samen kunnen spelen, maar ieder met hun eigen speelgoed. Conflicten helpen kinderen dus ook om hun sociale interactie te vergroten. 

In de binnen- en buitenruimte

Er is in de opvang voldoende ruimte om zowel alleen als in groepsverband te spelen. Jouw kind kan dan ook te allen tijde zelf beslissen of hij/zij in groepsverband wil spelen of op dat moment meer behoefte heeft aan alleen spelen. De allerjongsten zullen vaak alleen spelen en vanaf de dreumes-leeftijd zie je dat kinderen steeds meer naast elkaar en later met elkaar leren spelen.  

Ook voor de baby’s is er genoeg ruimte om te spelen. In het begin zal ik hem/haar veel bij mij houden en de box of het wippertje gebruiken. Naarmate de baby ouder wordt zal ik hem/haar op een kleed te spelen leggen. Op deze manier wordt hun beeld van de wereld steeds groter, leren ze wennen aan de oudere kinderen die om hen heen spelen en leren de oudere kinderen rekening houden met de allerkleinste kinderen.

Het activiteitenaanbod

Beer Kiki wordt niet alleen gebruikt bij de thema’s, maar ook als voorbeeld bij sociale ontwikkeling. Beer Kiki is een vriendje, waarbij de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen. Ze kunnen beer Kiki al hun emoties, gedachten en ideeën vertellen en beer Kiki kan ze helpen bij dingen die ze spannend vinden, zoals een bezoek aan de dokter of tandarts. Ook geeft beer Kiki het goede voorbeeld als het gaat over hoe de kinderen binnen de opvang met elkaar om dienen te gaan. 

In de ochtend, nadat de grotere kinderen naar school zijn gebracht wordt beer Kiki wakker en beginnen we met een kringactiviteit. We zingen een liedje, begroeten elkaar bij naam en lezen een boekje passend bij het thema (en als er geen thema is lezen we gewoon een leuk boekje). Hierna praten we met beer Kiki over het boekje, waarna de kinderen gaan spelen of een activiteit doen (Dit is afhankelijk van het dagprogramma en de groepssamenstelling op dat moment). Ook de allerjongsten worden bij deze kringactiviteit betrokken door er bij te zitten. De kringactiviteit is een hele fijne manier om te werken aan de sociale ontwikkeling. De kinderen leren luisteren naar elkaar, op hun beurt te wachten, hun fantasie te gebruiken (wat zal er in het verhaaltje gebeuren?) etc. Het spreekt natuurlijk voor zich dat als jouw kind geen zin heeft om mee te doen aan de kringactiviteit, hij/zij daar niet mee aan hoeft doen. Kinderen mogen altijd gaan spelen, maar de praktijk leert dat de meeste kinderen graag aan de kringactiviteit mee doen.  

Naast beer Kiki en de kringactiviteit bied ik ook diverse activiteiten die aanzetten tot gebruik van fantasiespel. Regelmatig bouwen we van dekens een hut/kasteel/huis, spelen we in de circustent/winkeltje/iglo, spelen we met open end materialen, doen we creatieve activiteiten met verf, potloden, stiften, klei, wasco, knippen, lijm etc. Fantasiespel is namelijk een hele belangrijke bron van sociale ontwikkeling. Tijdens fantasiespel moet jouw kind namelijk alle regels gaan bedenken, ontdekken wat wel en niet kan, samenwerken, compromissen sluiten, om leren gaan met teleurstellingen als het niet lukt zoals jouw kind zich had voorgesteld. 

Het spelmateriaal

Er zijn heel veel speelmogelijkheden om de sociale interactie vergroten. Ik noem hier een aantal voorbeelden: Samenspel tijdens het vrije spel (alle ongeschreven regels in groepsverband leren kennen, herkennen en gebruiken), bal overgeven of overrollen bij baby’s (baby’s leren regels kennen, op hun beurt wachten, samenwerken), buiten voetballen (regels leren kennen en toepassen, op je beurt wachten, winnen, verliezen) , spelletjes spelen (zie voetballen), fantasiespel (regels, ontdekken, samenwerken) etc. 

Bij het aanbieden van het diverse spelmateriaal kijk ik goed naar de groepssamenstelling en naar de behoefte van de groep en de kinderen, zodat het materiaal daar op aan sluit. 

Overdracht van normen en waarden

Onze maatschappij bestaat uit een overweldigende hoeveelheid geschreven en ongeschreven regels. Zonder deze regels, ook wel normen en waarden genoemd, verandert onze samenleving in een ongeordende chaos, waar iedereen maar doet wat hij/zij wil. Normen en waarden zijn dan ook erg belangrijk om de samenleving overzichtelijk en beheersbaar te maken en houden. Normen en waarden kunnen soms verschillen, afhankelijk van naar welke cultuur je kijkt, maar in de basis zijn er heel veel normen en waarden hetzelfde. Kinderen weten uit zichzelf niet welke normen en waarden er binnen onze samenleving gelden. Om deze waarden en normen te leren en op een juiste manier te gebruiken hebben zij de hulp van jou als ouder, maar ook van mij als gastouder nodig. 

De opvang is een hele goede manier om deze normen en waarden te leren, want het is een mini-samenleving, waarin kinderen kunnen en mogen leren. In de opvang is ruimte om fouten te mogen maken en kunnen de kinderen op een veilige manier normen en waarden leren kennen en gebruiken. 

De interactie tussen jouw kind en mij

Het allerbelangrijkste in de overdracht van normen en waarden van mij naar de kinderen is het feit dat ik mij er heel goed van bewust ben dat ik een voorbeeldfunctie heb. Ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg. 

Kinderen leren veel door observatie. Het observeren begint al als een kind net geboren is. Ze kijken naar jou als ouder en leren iedere een stukje meer over hoe de wereld en alle regels om hen heen in elkaar steekt. Ook observeren zij mij als gastouder en leren op deze manier hoe de opvang in elkaar steekt en welke regels wij daar hebben. 

Ik leg heel veel uit aan de kinderen over wat er van hun verwacht wordt en waarom deze verwachting er is. Daarnaast zal jouw kind gedrag dat ik voordoe, zoals bijvoorbeeld respect toon voor anderen, liefdevol reageer in diverse situaties of eerlijkheid waarderen, overnemen. 

Bij de overdracht van normen en waarden zijn er twee manieren van overdragen, namelijk de informele en de expliciete overdracht. 

Bij de informele overdracht, die plaatsvindt tijdens dagelijkse activiteiten zoals samen eten, spelen en opruimen benadruk ik bijvoorbeeld dat het belangrijk is om vriendelijk te zijn tijdens het delen van speelgoed of het oplossen van conflicten tussen kinderen. Jouw kind observeert deze normen en waarden terwijl het deelneemt aan deze activiteiten en slaat ze op om ze later zelf te kunnen gebruiken.

Daarnaast is er de expliciete overdracht, waarbij ik bewust normen en waarden bespreek met jouw kind. Dit kan gebeuren tijdens speciale momenten, zoals tijdens een kringgesprek of tijdens het voorlezen van een boekje. Ik kan de verhaaltjes of situaties gebruiken om de normen en waarden duidelijk te maken en te bespreken.

De overdracht van normen en waarden tussen mij en jouw kind is dan ook een continu proces van observeren, deelnemen en communiceren. 

In de groep

In mijn opvang gaan we respectvol met elkaar om, Dat respect gaat van klein naar groot, maar ook van groot naar klein. We laten elkaar bijvoorbeeld uit praten en we luisteren naar elkaar. We praten op een normaal volume tegen elkaar en schreeuwen of gillen niet. We noemen elkaar bij de naam en begroeten elkaar bij binnenkomst en afscheid nemen. We lossen problemen zoveel mogelijk mondeling op (voor zover jouw kind dat kan en ik zal daarbij uiteraard ondersteunen) en gebruiken geen lichamelijk geweld als duwen, bijten, krabben, schoppen etc. Ook zijn we lief voor alle aanwezige kinderen jong en oud net zoals wij conflicten oplossen door middel van sorry zeggen, een handje of een knuffel geven. Ruzie maken kan namelijk gebeuren, maar het goed maken is een belangrijke waarde voor de kinderen om te leren. 

Naast respect voor elkaar en andere mensen hebben, breng ik de kinderen ook respect voor dieren en planten en respect voor het milieu bij. De kinderen aaien honden en katten pas na toestemming van de eigenaar of van mij. Dit doen de kinderen op een rustige manier, waardoor de hond of kat zich veilig voelt. Insecten mogen wel bekeken worden, maar mogen niet aangeraakt of gedood worden. Ook bloemen en planten maken de kinderen niet opzettelijk kapot. Natuurlijk mogen de kinderen wel spelen met gevonden takken, hutten hiervan bouwen en ook sommige bloemetjes plukken hoort bij het kind zijn en mag daarom wel. Afval wordt zo veel mogelijk gescheiden voor recycling en zeker niet buiten op de grond gegooid

Daarnaast leren de kinderen in de groep het principe van samen spelen en samen delen. Dit betekent dat iedereen met het speelgoed mag spelen en afpakken van elkaar niet gewenst is. In de dagelijkse omgang gebeurt dit afpakken van elkaar in de leeftijd van 0 tot 4 regelmatig, omdat de kinderen deze waarde nog aan het leren zijn.  

Bovendien zijn de kinderen in de groep belangrijke rolmodellen voor elkaar. Kinderen leren veel door observatie en imitatie, dus positief gedrag en respectvolle interacties tussen kinderen onderling kunnen een positieve invloed hebben op de normen en waarden die worden overgedragen.

In de binnen- en buitenruimte

De overdracht van normen en waarden in de opvang vindt niet alleen binnen plaats, maar ook buiten en beide ruimtes bieden weer verschillende mogelijkheden om normen en waarden te leren en te oefenen. Zo kunnen we in de binnenruimte een kringgesprek hebben over normen en waarden door middel van het lezen van een boekje en kan ik de kinderen buiten normen en waarden over brengen door te vertellen over de natuur en hoe alles groeit en bloeit.. 

Voor zowel de binnen- als de buitenruimte gelden er regels die de kinderen dienen te volgen.

Eén van deze regels is bijvoorbeeld een stoel is om op te zitten en niet om op te klimmen. Mochten we echter een parcours doen in huis dan kan het ineens wel zo zijn dat er op de stoel geklommen mag worden. Ik leg dit de kinderen dan ook duidelijk uit, zodat zij begrijpen dat de volgende keer de regel -een stoel is om op te zitten- weer geldt. 

Het activiteitenaanbod

De overdracht van normen en waarden is nauw verbonden met de activiteiten die ik aanbied. Door goed te kijken naar de ontwikkeling van de kinderen, hun interesses en de groepssamenstelling kan ik daar de activiteiten op afstemmen en op een natuurlijke manier de overdracht van normen en waarden in de activiteiten integreren. Als we bijvoorbeeld koekjes gaan bakken, dan kunnen normen zoals samenwerking, delen en geduld ontwikkeld en geoefend worden. Tijdens het samenwerken om het deeg te maken, leren de kinderen het belang van teamwork en elkaar helpen. Het delen van ingrediënten en het wachten tot de koekjes klaar zijn, stimuleert respect voor elkaars behoeften en geduldig wachten op hun beurt.

Zo zijn er diverse soorten activiteiten die ik in kan zetten bij het overdragen van normen en waarden:

  • Samenwerkingsspellen:
    • bordspellen, puzzels of bouwactiviteiten. Bij deze activiteiten leren kinderen hoe ze kunnen samenwerken, problemen oplossen, om kunnen gaan met winnen en verliezen en hoe ze respectvol met elkaar om kunnen gaan.
  • Creatieve activiteiten:
    • vrije knutsel- en tekenactiviteiten. Kinderen kunnen zichzelf uitdrukken en hun creativiteit uiten. Waarden en normen die kinderen hierbij leren zijn onder andere individualiteit, zelfexpressie en het respecteren van elkaars werkjes.
  • Verhalen en rollenspellen:
    • naar aanleiding van een verhaaltje of een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden. Kinderen leren sociale situaties na te bootsen met alle normen en waarden die daar bij komen kijken. 
  • Buitenactiviteiten:
    • buiten spelen biedt tal van kansen om normen en waarden zoals respect voor de natuur, samenwerking en gezondheid te ontwikkelen.
  • Activiteiten die het dagelijkse leven nabootsen:
    • boodschappen gaan doen. Zo leren kinderen hoe het werkt in het echte leven en kunnen zij alle normen en waarden die daarbij horen leren en oefenen. 
Het spelmateriaal

Er wordt in de opvang veel gespeeld met speelgoed dat situaties in de dagelijkse wereld van kinderen nabootst. Hieronder noem ik een aantal voorbeelden:

De kinderen spelen buiten met de loopauto’s en fietsen, waarbij ze op moeten letten dat er ook andere kinderen aan het spelen zijn en zij daar niet tegenaan mogen botsen. 

Binnen bouwen ze met Duplo en leren dat je dan geen blokjes mag af pakken, hoe graag je dat blokje ook wilt gebruiken. Ook leren ze samen werken, delen, communiceren en compromissen sluiten. Allemaal vaardigheden die zij hun verdere leven nog heel vaak zullen gebruiken. 

We spelen spelletjes, waardoor een kind leert dat er regels zijn, maar ook dat het soms even op zijn/haar beurt moet wachten en niet voor mag dringen. 

Er zijn boekjes aanwezig, waardoor we actief over normen en waarden kunnen praten. 

Tot slot

In dit pedagogisch werkplan heb ik geprobeerd een beeld te schetsen van hoe ik mijn opvang vorm geef en daarbij jouw kind in zijn/haar ontwikkeling ondersteun. Ik heb diverse voorbeelden gebruikt om dingen te verduidelijken, maar in de opvang gebeuren er op ieder moment van de dag allerlei verschillende dingen die ik hier niet allemaal kan benoemen. Mocht je nog vragen hebben dan kun je deze altijd stellen. 

Dagindeling

Hoe ziet een dagje bij Gastouderopvang ’t Konijntje er nu eigenlijk uit? Hieronder volgt een globaal schema van wat de dag ons brengt. Sommige tijden zijn bij benadering, want geen enkele dag is hetzelfde. 

6:30 – 7:30 

De eerste gastkinderen worden gebracht door papa of mama. Afhankelijk van de tijd mogen ze even vrij spelen of knuffelen om wakker te worden. 

7:15 – 8:00 

Het ontbijt wordt klaargemaakt en iedereen die nog niet gegeten heeft gaat aan tafel zitten voor een broodje en eventueel een bekertje drinken. Na het eten is er meestal nog wel even tijd om vrij te spelen. 

8:00 – 8:30 

Na het ontbijt worden de schoenen en jassen aangetrokken en is het tijd om de oudere kinderen naar school te brengen. Dit gebeurt lopend of met de fiets. 

8:30 – 9:00 

De laatste gastkindjes worden gebracht door mama of papa. Er is tijd om vrij te spelen. Soms doen we een boodschapje of maken we een wandeling. Andere keren zingen we liedjes en dansen we op muziek. 

9:00 – 9:30

Beer Kiki komt op bezoek. We lezen een leuk verhaaltje dat past bij het thema waar we op dat moment mee bezig zijn of we praten met elkaar in de kring over de nieuwe woorden die we leren bij het thema. Soms knutselen we iets of zingen we een liedje. 

9:30 – 10:00 

Tijd voor een fruithapje en wat drinken. Het eet- en drinkmoment wordt afgesloten door het voorlezen van een verhaaltje of het zingen van een liedje. Nadat de toetjes en handen weer zijn schoongemaakt is het voor sommige kinderen tijd om een ochtendslaapje te doen. De luiers worden gecheckt en indien nodig verschoond. 

10:00 – 11:00 

Het is weer speeltijd voor de kinderen, die (nog) niet hoeven te slapen. Dit kan vrij spelen zijn of themagericht. We doen spelletjes en als er geen slapers zijn kunnen we lekker naar buiten of in de tuin spelen. 

11:00 – 13:00

De kinderen die een keer per dag slapen gaan naar bed, nadat de luiers zijn verschoond. De kinderen die niet meer slapen overdag gaan lekker spelen. Omdat dit vaak oudere kinderen betreft zet ik wat ander speelgoed neer, zoals puzzels, strijkkralen, loose parts, boekjes, spelletjes, knutselspullen, prikpennen etc.

Rond 12.00/12.30 eten we een boterham (of 2/3).

13:00 – 13:45

De slapende kinderen worden uit bed gehaald en aangekleed. Indien nodig worden de luiers verschoond. Hierna gaan zij eten.

13:45 – 14:30/15:00

De jas en schoenen worden aangetrokken en  om de oudere kinderen lopend of op de fiets uit school te halen. Als iedereen uit school is lopen/fietsen we weer terug naar huis. Soms direct en soms met een omweg via een speeltuin of de bibliotheek.  

15:00 – 17:00 

Na thuiskomst is het tijd voor een klein eetmomentje met een koekje, rijstwafel, soepstengel, komkommer of rozijntjes en wat drinken. Daarna mogen de kinderen vrij spelen tot ze opgehaald worden. 

Voor baby’s geldt uiteraard hun eigen schema, waarbij zoveel mogelijk het ritme van uw baby wordt gevolgd. De vaste haal- en brengmomenten van school blijven natuurlijk wel van toepassing.